Heb je een advocaat nodig?
Wij helpen jou graag verder.
- Gratis intake gesprek
- Analyse van jouw situatie
- Vaste en gunstige tarieven
- Platform van 70 gespecialiseerde advocaten
Veranderen van werk: wat is de impact op je pensioen?
Een extra verloning, dichter bij huis werken of een job die beter aansluit bij je profiel: het zijn maar enkele redenen waarom iemand van werk verandert. Maar wisselen van job kan soms verstrekkende gevolgen hebben voor je pensioen.
De werkende Belg blijft bijzonder loyaal aan zijn werkgever. Een recent onderzoek van het Steunpunt Werk van de KU Leuven toonde aan dat de Belg gemiddeld 11,3 jaar trouw blijft aan zijn werkgever. Er zijn uiteenlopende redenen waarom we zo trouw zijn aan onze werkgever. Wie andere oorden opzoekt, riskeert onder meer anciënniteit en een potentiële opzegvergoeding te verliezen.
Het is namelijk niet zeker dat je bij je nieuwe werkgever je anciënniteit kan meenemen. De gewerkte jaren bij je vorige werkgever tellen ook niet mee voor de berekening van een potentiële opzegvergoeding bij de nieuwe werkgever. Voor iemand die bijvoorbeeld 20 jaar bij dezelfde werkgever heeft gewerkt, ligt dat zeker en vast gevoelig. Ook de impact op je pensioen is soms niet te onderschatten.
Impact op je pensioen
Allereerst is het belangrijk om te vermelden dat ons pensioen uit vier pijlers bestaat: het wettelijk pensioen, het aanvullend pensioen, het individuele pensioensparen met fiscaal voordeel en het vrij sparen zonder fiscaal voordeel. In dat laatste geval kan dat bijvoorbeeld de woning zijn waarvoor je je hypotheek hebt afbetaald. Een jobwijziging heeft hoe dan ook geen impact op die laatste twee pijlers. Wij laten dus ons licht schijnen over de eerste twee pensioenpijlers.
Het wettelijk pensioen
Het wettelijk pensioen bouw je op zolang je werkt. Zolang je in hetzelfde statuut blijft werken, heeft een andere beroepskeuze geen impact op je pensioen. De situatie ziet er wel beduidend anders uit als je bijvoorbeeld beslist om je job in de privésector in te ruilen voor één bij de overheid of omgekeerd.
Voor de berekening van het wettelijk pensioen van benoemde ambtenaren gelden zeer specifieke regels. Er wordt in dat geval gekeken naar de laatste vijf jaar als je geboren bent voor 1 januari 1962. Ben je later geboren, dan tellen de laatste tien gewerkte jaren mee.
Voor bedienden en arbeiders wordt er gekeken naar de volledige loopbaan. Dat verklaart waarom het pensioen van een werknemer in de privésector lager ligt dan dat van een ambtenaar.
Bij een gemengde loopbaan heb je dus recht op meerdere afzonderlijke pensioenen. Wie in dat geval recht wil hebben op het minimumpensioen moet ofwel 30 jaar gewerkt hebben als werknemer, contractueel ambtenaar of zelfstandige, of 20 jaar als statutair ambtenaar.
Het aanvullend pensioen
Twee op de drie werknemers in de privésector legt een extra pensioenspaarpotje aan via zijn werkgever. Wanneer je van werkgever verandert, is die verplicht de pensioeninstelling binnen de 30 dagen daarvan op de hoogte te brengen. De instelling zal op haar beurt vragen wat je met het opgebouwde kapitaal wilt doen.
Je kan beslissen om het opgebouwde kapitaal gewoon te laten staan tot je wettelijk pensioen ingaat. In dat geval worden er geen premies meer bijgestort, maar groeien de reserves aan volgens de voorwaarden van dat pensioenplan. Indien er in je pensioenplan een overlijdensdekking is opgenomen, is het belangrijk om na te gaan of die dekking behouden blijft als je van werk verandert. Je kan daarvoor de uittredingsfiche raadplegen.
Je kan je aanvullend pensioen ook onderbrengen in een zogeheten onthaalstructuur. In dat geval behoort het kapitaal niet meer tot het pensioenplan van de werkgever. De opgebouwde reserves evolueren verder volgens de nieuwe regels van de onthaalstructuur. Daarbij vervallen de garanties van het het oorspronkelijke pensioenplan. Via het onthaalstructuur kan je wel kiezen voor een formule die beter aansluit bij je wensen. Daarenboven kan je opteren voor een overlijdensdekking.
Indien je dat wenst, kan je de opgebouwde reserves overdragen naar jouw nieuwe werkgever. In dat geval gelden de voorwaarden van het nieuwe pensioenplan. Je nieuwe werkgever mag die overdracht niet weigeren. Hij mag ook geen kosten aanrekenen.
Tot slot kan je een bijzonder individueel verzekeringscontract afsluiten. Je moet dat doen bij een verzekeringsonderneming die is opgenomen in deze lijst van de FSMA. Net zoals bij een onthaalstructuur kan je in dit geval kiezen voor een formule die beter aansluit bij je wensen en kan je een overlijdingsdekking opnemen in de overeenkomst. De waarborgen van het vorige pensioenplan zijn in dit geval niet meer van toepassing.