Vredegerecht

De vrederechter is de rechter die het dichtst bij de bevolking staat. Hij is bevoegd voor problemen in uw gezinsleven, uw buurtbewoners en uw woning. Hij probeert ook steeds een oplossing op mensenmaat voor te stellen, het liefst in overleg met alle partijen. Het vredegerecht is een burgerlijk gerecht, dat wil zeggen dat er geen strafzaken gepleit worden. U kunt een vredegerecht vinden in elke gerechtelijk kanton: het zijn er 225 in totaal.De vrederechter heeft een honderdtal specifieke bevoegdheden. Die kunt u terugvinden in het Gerechtelijk Wetboek. Dit zijn alvast de belangrijkste bevoegdheden: * Geschillen in verband met huur of verhuur * Geschillen over het gemeenschappelijk gebruik, onderhoud, of beheer van appartementsgebouwen * Burenruzies * Geschillen in verband met de herziening van onderhoudsgelden na een echtscheiding * Geschillen in verband met kleine nalatenschappen (kleiner dan 1860 euro) * Gedwongen opname in gesloten instellingen van geesteszieken en de regeling voor hun verblijf * Voogdij en adoptie De vrederechter is ook in alle andere zaken bevoegd, zolang het bedrag van de vordering kleiner is dan 1860 euro, behalve als het gaat om geschillen tussen werknemers en werkgevers. Wanneer u geprobeerd heeft om het geschil uit te praten en ook aangetekende brieven geen oplossing bieden, kunt u voor u een echt proces aanspant bij de vrederechter een verzoening aanvragen. Deze manier van werken is goedkoper – want het is gratis – en sneller. Vrederechters zijn uitermate geschikt om geschillen op te lossen: ze hebben een juridische achtergrond, praktijkervaring en de psychologische kennis om partijen te kunnen verzoenen. Zij kunnen dit natuurlijk alleen doen in geschillen waarvoor zij bevoegd zijn. Wanneer er niets anders meer opzit, dan kunt u een proces aanspannen. In de meeste gevallen moet u daarvoor 'rolrecht' betalen. Het rolrecht is de vergoeding voor het openen van een dossier bij de rechtbank. Meestal bedraagt dit ongeveer 35 euro. U kunt ook een advocaat inhuren. Dit is niet verplicht. Wanneer u wel een advocaat wilt, maar die niet kunt betalen, kunt u een beroep doen op tweedelijnsbijstand – wat vroeger een pro-Deoadvocaat was.